‘architectonisch werk’ van Monique Kwist
Expositie

Van 3 februari tot en met 17 maart wordt in de gang van het ABC ‘architectonisch werk’ getoond van Monique Kwist onder de titel ‘Listen, it gives a silent reply’. Kwist toont een installatie van ruimtelijke objecten aan de muur en daarnaast laat zij ook verschillende grafische werken zien waarin thema’s als architectuur, licht en ruimte in herkend kunnen worden. Als opening van de expositie heeft op zondagmiddag 3 februari om 15.00 uur in het ABC een interviewgesprek plaats met Monique Kwist en Gabriël Verheggen, directeur ABC. U bent van harte welkom.

Het meeste werk dat Kwist zal exposeren, is gemaakt na een intensieve periode van reizen in Zuid Amerika. De inspiratie die daar is opgedaan, heeft vrij veel invloed gehad op haar ontwikkeling als kunstenaar. Na geruime tijd voornamelijk ruimtelijk werk gemaakt te hebben, dat onder meer bestaat uit veel gegoten objecten met een sterk architectonische invalshoek, is Kwist veelal tweedimensionaal gaan werken. Dit heeft tot grafisch werk geleid als fotografische etsen, blinddrukken (reliëf) en een combinatie daarvan. De ambachtelijkheid van het grafisch werk (etsen, stempels) is hier gecombineerd met nieuwe mogelijkheden van de digitale verwerking. Over haar werkwijze schrijft Monique Kwist: “Ik word graag uitgedaagd door een techniek en door materiaal. Ik blijf hiermee experimenteren en ben dan op zoek naar een nieuwe kwaliteit in het werk. Zo ben ik bijvoorbeeld vorig jaar in het Fablab Amersfoort beland, waar ik nieuwe mogelijkheden met een lasercutter voor het drukken heb uitgeprobeerd.”

 

Over haar inspiratiebronnen zegt zij: “Ik cirkel rond thema’s over architectuur, landschap, plaatsing, licht en onzichtbaarheid. Mijn interesse voor taoïstische filosofie is voor mijzelf een basis in het creatieve proces. Ik beoefen Qi Gong en Tai Chi. De kwaliteit die hierin te vinden is, zoek ik ook wel in het beeldende werk. In mijn ruimtelijke werk was altijd een fascinatie voor de massa en de leegte te zien, ik speelde met het negatief en positief. Bij het gieten van de objecten lag het ook voor de hand om mijzelf daarin te bekwamen omdat er gewerkt wordt met mallen. De omkeerbaarheid van ruimte werd zo steeds onderzocht. In het grafische werk kan ik die ervaring ook goed gebruiken en verder uitspelen. Ook bij de indirecte maakprocessen (zoals het drukken) moet ik voortdurend alert zijn op de mal. Ik ben minder geïnteresseerd in de reproductie kwantiteit, maar wel in het hergebruiken van een stempel  en het beeld wat je ermee maakt steeds iets te veranderen”.